Wat mijn depressie mij influistert
Mijn depressie is altijd bij me. Het begon al toen ik nog een klein jongetje was: elf jaar. Maar de diagnose kreeg ik pas op mijn 52ste. Ik heb dus veertig jaar geworsteld met iets waarvan ik niet wist wat het was. Ik groeide op van een stil kind met het gewicht van de wereld op zijn schouders tot een goed gelukte, gelukkig getrouwde, maar toch ongelukkige volwassene. Iedereen om me heen zag mijn stilte als een kwaliteit. Alleen ik wist dat het van een duistere plek kwam die eigenlijk geen aanmoediging zou moeten krijgen. Ik ben opgegroeid in een streng katholiek gezin waar geen ruimte was voor emoties, ik heb nooit laten zien hoe moeilijk ik het had, dat masker is zowel een destructieve eigenschap als een overlevingsmechanisme. Je isoleert jezelf compleet, een uiting van de ongelukkigheid en radeloosheid. De eenzaamheid is voor mij een van de kenmerkendste eigenschappen van depressie.
Op mijn zeventiende heb ik twee pogingen tot zelfdoding gedaan, die laatste paar uren waren afschuwelijk: complete wanhoop, uitzichtloos en eenzaamheid. Toen het mislukte had ik daar gemengde gevoelens over, er was wel enige opluchting, maar ik dacht ook: ‘Shit, nou moet ik dus verder met deze ellende’. Ik had er geen idee van hoe ik dat moest doen. Maar toch ben ik verder blijven ploeteren. Al die tijd wist ik niet wat er met mij aan de hand was.
Ik heb altijd kunnen functioneren. Zelfs met de constante stroom aan negatieve gedachtes die dag in dag uit door mijn hoofd dreunde: ‘Ik kan het niet, ik wil dood, het heeft geen zin.’ Het is als een lugubere radiozender die alleen ik kan horen. In een depressie kan ik het verdriet tot in mijn lichaam voelen. Het ging via een zeurende pijn in mijn maag en een overweldigende vermoeidheid die me niet verliet, hoeveel ik ook sliep. Ik dacht dat die stemmen van mij waren, dat al die negatieve gedachten in mijn hoofd de waarheid waren. Op dat moment waren ze mijn waarheid. Nu weet ik dat ik meer ben dan dat negatieve beeld dat ik van mezelf heb wanneer ik in de depressiespiegel kijk.
Het klinkt misschien raar, maar soms is een depressie voor mij vluchtgedrag. Na al die jaren heb ik ontdekt dat ik me vaak niet gezien voel. En dat is een van de ondragelijkste dingen om te voelen als mens. Zodra ik me niet gezien voel, zak ik weg in een depressie. Alsof een depressie dragelijker is dan dat gevoel om niet gezien te worden!